De ijzige maan Enceladus, die in een baan rond Saturnus draait, wordt lange tijd beschouwd als een belangrijk doelwit in de zoektocht naar buitenaards leven. Onder zijn bevroren omhulsel ligt een enorme oceaan van vloeibaar water, en recente bevindingen suggereren dat deze oceaan zelfs meer bevorderlijk is voor leven dan eerder werd aangenomen. Een nieuw ontdekte hittesignatuur afkomstig van de noordpool van Enceladus duidt op een verrassend niveau van stabiliteit in deze oceaan – een cruciale factor voor de potentiële ontwikkeling van leven.
Waarom stabiliteit belangrijk is voor het leven
De aanwezigheid van vloeibaar water, organische moleculen en warmte zijn allemaal belangrijke ingrediënten voor het leven zoals wij dat kennen. Echter, stabiliteit over geologische tijdschalen is misschien wel het laatste stukje van de puzzel. Om het leven te laten evolueren, moeten de omstandigheden gedurende langere perioden relatief constant blijven, waardoor een geleidelijke ontwikkeling en aanpassing mogelijk is.
Onthulling van de hittesignatuur van de Noordpool
Carly Howett van de Universiteit van Oxford en haar collega’s analyseerden gegevens verzameld door NASA’s Cassini-ruimtevaartuig, dat tussen 2004 en 17 in een baan om Saturnus draaide. Hun focus was het lokaliseren van eventuele hitte die uit de maan ontsnapte. Het binnenste van Enceladus wordt verwarmd door getijdenkrachten – het voortdurende uitrekken en samenknijpen veroorzaakt door de zwaartekracht van Saturnus. Hoewel eerder is ontdekt dat er hitte lekt uit de zuidpoolgebieden, is er nu een belangrijke ontdekking gedaan in het noorden.
Warmte-input afstemmen op output: de sleutel tot stabiliteit
De kritische vraag die wetenschappers probeerden te beantwoorden was of de oceaan effectief ‘in balans’ was – of de warmte die in de oceaan werd gegenereerd overeenkwam met de warmte die vrijkwam. Eerdere metingen vanaf de zuidpool hielden niet volledig rekening met de totale warmte-inbreng. Uit de bevindingen van het team bleek echter dat de noordpool ongeveer 7 graden warmer is dan aanvankelijk werd geschat.
Door deze nieuwe informatie te combineren met de hitte die vanaf de zuidpool straalt, ontstaat een opmerkelijke match. De ijsschil rond Enceladus is dikker rond de evenaar, waardoor er in die gebieden geen substantiële warmteafgifte plaatsvindt. Dit verklaart waarom warmte vooral uit de poolgebieden ontsnapt en het evenwicht tussen input en output wordt bereikt.
Implicaties voor het leven: tijd om te evolueren
Het bewijsmateriaal wijst op een opmerkelijk stabiel oceaanmilieu. Hoewel het moeilijk is om de duur van deze stabiliteit precies te kwantificeren, geloven wetenschappers dat de oceaan niet dicht bij het vriespunt is en recentelijk geen bevriezing heeft meegemaakt.
“Het is heel moeilijk om er een getal op te plakken, maar we denken niet dat het snel zal gaan vriezen, of dat het recentelijk bevroren is geweest”, zegt Howett.
Deze stabiliteit is van vitaal belang omdat het leven tijd nodig heeft om te evolueren. De nieuwe bevindingen suggereren dat de oceaan van Enceladus in dat noodzakelijke tijdsbestek voorziet.
Hoewel de ontdekking van leven zelf een grote uitdaging blijft, ontwikkelen zowel NASA als de European Space Agency (ESA) momenteel missies met het expliciete doel ernaar te zoeken in de komende decennia. De onlangs bevestigde oceaanstabiliteit versterkt op dramatische wijze de argumenten voor Enceladus als een veelbelovende locatie in de voortdurende zoektocht naar leven buiten de aarde.
